Goudlokje en de 3 beren

We werkten rond het sprookje: Goudlokje en de 3 beren.

‘In het bos staat een huisje, daar wonen mama, papa en kleine beer. ’s Morgens maakte mama beer pap, maar die is te warm dus gaan ze eerst gaan wandelen. Ondertussen loopt Goudlokje in het bos, ze plukt bloemen en besjes. Ze ruikt iets lekker, ze gaat naar het huisje en gaat zomaar naar binnen. Ze ziet op de tafel 3 potten met pap staan. De grote is te warm, de middelste is te koud, de kleinste is juist goed. Ze eet alles op. Dan gaat ze naar de woonkamer, ze ziet 3 stoelen. De grote is te hard, de middelste te zacht en kleine is goed, maar oei ze breekt het stoeltje. Dan gaat ze naar boven, want ze is moe. Ze test de bedden, het grootste is te hard, de middelste is te zacht. Het kleinste bedje is juist goed, ze valt in slaap. Dan komen de 3 beren thuis, wat zien ze … Er is van de pap gegeten en kleine beer zijn potje is leeg. Hij is verdrietig! Dan gaan ze naar de woonkamer, de kleine stoel is kapot! Kleine beer weent. Ze horen gesnurk boven, ze gaan kijken. Er heeft iemand in hun bed gelegen, wat zien ze nu! In het kleine bedje ligt er iemand. Ze gaan boos rond het bed staan. Goudlokje opent haar ogen, ze ziet boze beren en schrikt. Ze loopt bang weg en komt niet meer terug.’